Tip van de week: vermijd de hotspots in de zomer

Door drukte met werk is het helaas niet mogelijk om altijd meerdere dagen te vissen. Hier in zal ik zeker niet de enige zijn. Om af en toe toch wat leuke vissen te vangen is het dus zaak om te vissen waar de vis al ligt, om zo optimaal gebruik te kunnen maken van de vistijd die er is. Dit kan natuurlijk door in zogenaamde hotspots of holding-area’s te vissen. Hier ligt de vis bijeen en door met een goed systeem te vissen is er zeker vis te vangen.  

Het nadeel van die plekken is dat ze vaak opvallend zijn in de vorm van obstakels in- en onderwater, waardoor veel andere vissers er ook zeker hun geluk zullen beproeven en de vis daar snel doorheeft dat er voorzichtig moet worden geaast. helemaal nu het zomervakantie is voor de meeste mensen zal het juist op die stekken vaak druk zijn.

Wanneer je weet waar deze holding-area’s zich bevinden kun je de strategie ook volledig omgooien en hier juist niet gaan vissen. Het is daarbij de kunst om te bepalen waar de vis langs zwemt wanneer ze deze hotspot verlaten en in deze zwemroute een goede stek te vinden.

 

 

Tip 1: zoek de zwemroute

Allereerst zoek ik door middel van de voerboot met dieptemeter en het ‘voelen’ van de bodem met een peillood naar interessante plekken op de bodem in de buurt van de hotspot. Op mijn thuiswater wist ik daardoor een talud te vinden op zon 60 meter van de eerdergenoemde hotspot. Dit talud ligt tussen de hotspot en het open water, en verder vond ik geen afwijkingen in het bodemverloop. Ik ging er dus van uit dat de vis langs dit talud zou trekken wanneer ze naar open water zwemmen.

Het talud loopt van zo’n 1 meter diepte naar zo’n 4 meter, er is dus veel ruimte voor de vis om langs te zwemmen. Ik ging er dus ook van uit dat de vis hier langs trekt en niet blijft hangen zoals bij de hotspots wel gebeurd. Door over het hele talud te voeren met hele en halve boilies wist ik zeker dat de vis het haast moest tegenkomen. Of ze nou langszwommen en sporadisch een boilie pakten of er echt op gingen azen; ze komen in contact met het voer en zullen er vertrouwen in krijgen.

 

 

Tip 2: spreid je kansen

Zo gezegd zo gedaan en na 2 dagen voeren waarin ’s morgens en ’s avonds ongeveer 1kg Maple Pistache boilies werd gevoerd, was het tijd om te vissen. De hengel dichtbij de hotspot op 2 meter diepte en beaast met alleen een boilie die ook werd gevoerd. De rechter hengel plaatste ik op zo’n 4 meter diepte met een snowman waarbij de pop-up is gesoaked in de nieuwe liquid die binnenkort uitkomt.

De theorie achter deze aanpak is dat de vis van links naar rechts over het talud trekt. Wanneer ze veel vertrouwen hebben in het aas is de kans groot dat de voerboilie snel wordt gepakt en resulteert in een run. Mocht een vis nog niet veel vertrouwen hebben in de voerboilie of deze ‘missen’ door dieper te zwemmen, ligt er zo’n 20 meter verderop nog de opvallende snowman presentatie die de vis over de streep kan trekken.

 

 

Tip 3: vermijd lijndruk op je stek

Ook is het belangrijk om de zwemroute te kennen en hier de visdiepte op aan te passen. Doordat de linker hengel ondieper ligt dan de rechter hengel zal de vis niet onnodig de lijn tegenkomen wanneer deze langs zwemt. Dit is dus wel het geval wanneer in de hengels andersom zal vissen. Een belangrijke tip die nog vaak fout gaat.

Om het verhaal af te ronden en de resultaten voor zichzelf te laten spreken, mijn theorie klopte en ik wist in enkele uren meerdere mooie vissen te vangen terwijl iedereen op de hotspots achter roerloze hengels zat. Daarom; vermijd die hotspots eens.

 

 

Ik hoop dat dit artikel ook jou kan helpen om meer te vangen, elk water is anders maar door de tips toe te passen kan je altijd een verschil maken heb ik gemerkt. Volgende week kan je rekenen op nieuwe tips van onze fietsende karperbaas Thom.

– Wesley Vroom